Pagina 1 van 1

Geplaatst: 25 jul 2015 20:30
door Neeltje
Diabetes Mellitus (DM) kan op verschillende wijzen worden ingedeeld; de in 2008 beschreven indeling van humane DM aan de hand van de achterliggende pathogenese kan ook voor katten worden gebruikt.
Bij type 1 DM, voorheen ook wel 'insuline-afhankelijke DM' genoemd, wordt het absolute tekort aan insuline (vaak al op jonge leeftijd) veroorzaakt door een auto-immune destructie van de insuline-producerende ß-cellen. Deze vorm van DM wordt sporadisch bij kittens gezien.

Bij type 2 DM, voorheen ook wel 'niet-insuline-afhankelijke DM' of 'ouderdoms DM' genoemd, is er aanvankelijk sprake van een relatief tekort aan insuline, die later overgaat in een absoluut tekort.
Pathogenetisch speelt enerzijds insuline-resistentie en anderzijds een storing in de insuline-afgifte een rol.
Insulineresistentie kan onder andere worden veroorzaakt door overgewicht en lichamelijke inactiviteit.
De ß-cellen gaan meer insuline produceren om de insulineresistentie te compenseren. Hierdoor wordt het ontstaan van hyperglycemie uitgesteld. Op den duur leidt de overproductie tot hydropische degeneratie van de ß-cellen, waardoor een relatief tekort aan insuline ontstaat.
Tegelijkertijd ontstaat op een tweede manier schade aan de ß-cellen; de vorming van amyloïd in de eilandjes van Langerhans is hiervoor verantwoordelijk. Het precursoreiwit van deze vorm van lokale amyloïdose is het hormoon IAPP (islet amyloïd polypeptide, ook wel amyline genoemd) dat tegelijk met insuline wordt afgegeven door de ß-cellen. Toename van de afgifte van insuline door insulineresistentie leidt zo ook tot toename van de afgifte van IAPP en daarmee tot amyloïdvorming.
De overgebleven ß-cellen moeten nog meer insuline gaan produceren om te compenseren voor de verloren ß-cellen, hetgeen weer leidt tot een groter verlies van ß-cellen. Bij voortgaande destructie van de ß-cellen ontstaat uiteindelijk een absoluut tekort aan insuline. Dit type DM vertegenwoordigt een aanzienlijk deel van de DM bij de kat en wordt vooral op middelbare en oudere leeftijd gezien.

bron: fa. Intervet/Schering-Plough Animal Health