Corticosteroïden

Gesloten
Gebruikersavatar
Neeltje
Berichten: 73612
Lid geworden op: 13 mar 2009 17:48
Insuline: was Caninsulin
Woonplaats: -

Bericht door Neeltje »

Bijnierschorshormonen
De bekendste hormonen die in de bijnierschors worden geproduceerd behoren tot de groep ‘corticosteroïden’. De bekendste vertegenwoordiger uit deze groep is prednison. Andere voorbeelden zijn dexamethason, hydrocortison en methylprednisolon.

Inleiding
Vlak bij de nieren liggen in de buikholte twee kleine organen, de zogenaamde bijnieren. Daar worden verschillende hormonen geproduceerd, stoffen die onmisbaar zijn voor het regelen van een groot aantal lichaamsfuncties. De bijnieren bestaan uit twee gedeelten. Het binnenste deel wordt het bijniermerg genoemd, het buitenste deel de bijnierschors. In het bijniermerg wordt adrenaline geproduceerd, een hormoon dat onder stressomstandigheden het lichaam tijdelijk in staat stelt extra prestaties te leveren. De bekendste hormonen die in de bijnierschors worden geproduceerd behoren tot de groep ‘corticosteroïden’. Bekende corticosteroïden zijn prednison, dexamethason, hydrocortison en methylprednisolon. Over prednison en aanverwante stoffen doen vele verhalen de ronde. Sommigen beschouwen het als een soort wondermiddelen, anderen zien het vooral als 'gevaarlijke' middelen met veel bijwerkingen. Corticosteroïden zijn zeker krachtige middelen, waardoor zowel de positieve als de negatieve effecten relatief groot kunnen zijn. Maar door zorgvuldig een keuze te maken uit de beschikbare producten en doseringen, leiden corticosteroïden in zeer veel gevallen tot succes bij gezondheidproblemen die op een andere wijze niet of nauwelijks kunnen worden aangepakt.

Wat doen corticosteroïden?

Corticosteroïden hebben invloed op vele verschillende lichaamsfuncties. Dat betekent aan de ene kant dat een patiënt in heel veel uiteenlopende gevallen baat kan hebben bij deze middelen. Aan de andere kant kan het gebruik van deze stoffen dus ook minder gunstige effecten tot gevolg hebben. Een kort overzicht:

Ontstekingremmend
Het afweersysteem zorgt voor de bescherming van het lichaam tegen allerlei vreemde indringers. Het maakt daarbij gebruik van een aantal verschillende mechanismen. Er kunnen antistoffen worden gevormd tegen specifieke bacteriën of virussen, maar ook diverse soorten witte bloedcellen spelen een essentiële rol. Reacties van het afweersysteem leiden vaak tot verschijnselen van ontsteking, zoals koorts, roodheid en lokale weefselzwelling. Op zich is dat normaal, maar soms worden deze ontstekingsverschijnselen zo hevig dat zij voor het welzijn van een patiënt moeten worden afgeremd. Een ander probleem kan zijn dat ontstekingsreacties zich per abuis richten tegen onderdelen van het eigen lichaam: het afweersysteem herkent bepaalde lichaamscellen of -stoffen niet als “eigen” maar beschouwt ze per ongeluk als lichaamsvreemd. We spreken dan van auto-immuunziekten. Ook in dergelijke gevallen is het noodzakelijk de ontstekingsreacties af te remmen. Corticosteroïden zoals methylprednisolon zijn daar zeer geschikt voor, al of niet in combinatie met andere geneesmiddelen.

Jeukonderdrukkend
Veel huidklachten gaan gepaard met jeuk. Voor honden en katten is dat niet alleen vervelend, maar door voortdurend bijten en krabben raakt de huid extra beschadigd. De belangrijkste behandeling blijft natuurlijk het opsporen en wegnemen van de oorzaak. Dus als een huisdier vlooien of mijten heeft moeten die afdoende worden bestreden. En als een bacteriële infectie een rol speelt, moet die met passende antibiotica worden behandeld. Maar jeuk kan als symptoom zo belangrijk worden dat honden of katten in een vicieuze cirkel terechtkomen waarbij het behandelen van de onderliggende oorzaak alleen niet meer voldoende is. Corticosteroiden zijn in dergelijke gevallen zeer effectief in het onderdrukken van de jeuk, en doorbreken daardoor die vicieuze cirkel.

Pijnstillend

Veel honden ontwikkelen naarmate ze ouder worden klachten in het kader van artrose. Naast dieet- en bewegingsadviezen kan de dierenarts kiezen uit diverse medicijnen om de gevolgen van gewrichtsproblemen aan te pakken. Verreweg het meest gebruikt worden pijnstillers uit de groep van de zogenaamde NSAID’s (Non Steroidal Anti-Inflammatory Drugs ofwel niet-steroïde ontstekingremmende stoffen) zoals Rimadyl®. Ook bepaalde voedingssupplementen worden nogal eens ingezet als ondersteuning bij de behandeling van artrose. Bij specifieke, ernstigere vormen van artrose kunnen echter ook corticosteroïden een belangrijke bijdrage leveren, vooral als andere behandelingen niet (meer) goed helpen. De dierenarts kan daarbij kiezen uit een kuur met tabletten, of injecties die in het gewricht worden toegepast.

Snelle werking
Bij spoedgevallen kunnen injecties met corticosteroïden levensreddend zijn. Denk bijvoorbeeld aan astmatische patiënten met een acute krampachtige vernauwing van de bronchiën of dieren met bepaalde acute allergische reacties. Ook dieren in shock krijgen soms, naast infuus en zuurstof, bepaalde snelwerkende corticosteroïden toegediend.

Overige gunstige eigenschappen

Corticosteroïden hebben invloed op de stofwisseling, vooral die van koolhydraten zoals glucose, en vetten. Bij sommige stofwisselingsziekten kan deze eigenschap worden benut. Daarnaast hebben ze een remmende invloed op de deling van cellen, wat deze middelen in sommige gevallen geschikt maakt om in te zetten bij de behandeling van kanker.

Minder gunstige effecten

Corticosteroïden hebben soms ook minder gunstige effecten tot gevolg. Door de ontstekingremmende invloed en de vertraagde celdeling kan het vermogen van het afweersysteem om op vreemde indringers te reageren gaan afnemen. Vooral wanneer langer durende kuren en/of hogere doseringen worden gebruikt kan dit leiden tot een verhoogde vatbaarheid voor infecties. Bij dieren die toch al verzwakt zijn door chronische aandoeningen of die al lijden aan ziektes die de capaciteit van het afweersysteem doen afnemen kan deze verhoogde vatbaarheid echter al sneller optreden.

Niet gebruiken bij suikerziekte

De werking van corticosteroïden op de stofwisseling kan soms tot ongewenste effecten leiden. Zo gaan dieren als gevolg van de invloed op de water- en zouthuishouding vaak meer drinken en plassen. En de werking op de koolhydraatstofwisseling (stijging van de hoeveelheid glucose in het bloed) heeft tot gevolg dat corticosteroïden in principe niet gebruikt mogen worden bij patiënten met suikerziekte.

*) aanvulling op de originele tekst:
Ook kunnen corticosteroïden suikerziekte tot gevólg hebben.
Corticosteroïden (zoals prednison, prednisolon en dexamethason), hebben een grote invloed op de glucoseregulatie. Ze kunnen een diabetes mellitus induceren en bij een bestaande diabetes de insulinebehoefte met wel 50% of meer doen toenemen. Dit effect kan ook optreden bij een injectie met een corticosteroïde. Denk aan het bekende 'spuitje tegen jeuk'.


Lees vooral de bijsluiter(s) zorgvuldig op http://diergeneesmiddelen.info

Remming van de bijnieren
Wanneer gedurende een wat langere aaneengesloten periode bijnierschorshormonen zoals prednison of methylprednisolon worden toegediend, heeft dat mogelijk een remmende werking op de bijnierschors, de plek waar het lichaam zijn eigen corticosteroïden produceert. Als met de behandeling wordt gestopt kan het gebeuren dat de bijnieren daarna nog een tijd “lui” blijven en onvoldoende reageren als het lichaam ineens vraagt om een productieverhoging. In zo’n geval kunnen er acuut en onverwachts verschijnselen optreden die het gevolg zijn van een tekort aan bijnierschorshormonen.

Keuze van het middel
Wanneer de dierenarts besloten heeft om voor een bepaald probleem corticosteroïden voor te schrijven zal hij of zij een zorgvuldige afweging maken van de te verwachten voordelen en de mogelijke nadelen. De balans dient uiteraard door te slaan naar de positieve kant. Daarbij is een aantal factoren van belang.
Tot de groep van de corticosteroïden behoort zoals hierboven al genoemd een groot aantal middelen. Ondanks duidelijke overeenkomsten bestaan er ook onderlinge verschillen. Zo kan het ene middel wat effectiever zijn in het onderdrukken van jeuk, terwijl een ander middel juist een sterker ontstekingsremmend effect heeft. Ook in het patroon van mogelijke bijwerkingen zijn er nuanceverschillen. Methylprednisolon bijvoorbeeld heeft relatief minder invloed op de water- en zouthuishouding, waardoor dieren die hiermee behandeld worden niet zo veel gaan drinken en plassen als met sommige andere middelen het geval is.

Dosering en toedieningsvorm
Corticosteroïden kunnen in zeer uiteenlopende doseringen worden gebruikt, en zijn o.a. beschikbaar in de vorm van tabletten, injecties, zalf, druppels en sprays. Afhankelijk van de aandoening die behandeld moet worden, zal de dierenarts kiezen voor een bepaalde toedieningsvorm en voor een bepaalde dosering. Voordeel van lokale toedieningsvormen zoals een zalf is dat hogere doseringen gebruikt kunnen worden zonder al te grote algemene effecten in het lichaam. Wanneer een algemene werking juist nodig is hebben zalf of druppels geen zin. In dat geval hebben tabletten het voordeel boven injecties dat het middel beter op maat gedoseerd kan worden, desnoods van dag tot dag. Zeker voor langwerkende injecties geldt nu eenmaal dat wat is ingespoten er niet meer kan worden uitgehaald.

Lengte van de kuur
De ernst van de klachten bepaalt hoe lang een kuur met corticosteroïden zal duren. Op voorhand zal de dierenarts proberen hiervan een inschatting te maken. Bij een te korte kuur is de kans op recidive (terugkeer van de oorspronkelijke klachten) mogelijk te groot, terwijl bij een onnodig lange kuur de kans op bijwerkingen te veel kan gaan toenemen. Tussentijds overleg met de dierenarts tijdens een kuur kan heel nuttig zijn om de behandelingsduur zonodig bij te stellen.

Zorgvuldige afbouw

Wanneer een wat langere kuur wordt voorgeschreven moet het doseringsschema geleidelijk worden afgebouwd. Dat betekent niet alleen dat de dosering steeds lager wordt, maar ook dat het interval tussen de toe te dienen tabletten steeds groter wordt. Door zo’n aflopend schema te hanteren wordt de kans op ongewenste remming van de bijnieren sterk verkleind. Dat betekent dat wanneer de dierenarts een kuur heeft voorgeschreven van bijvoorbeeld vier weken in een aflopend doseringsschema, het niet verstandig is om als het na twee weken misschien al heel goed gaat met de patiënt de kuur af te breken. Plotseling stoppen met een kuur kan de kans op bijwerkingen flink doen toenemen.

Samenvatting
Corticosteroïden (bijnierschorshormonen) zoals dexamethason, prednison en methylprednisolon zijn krachtige middelen die op veel plaatsen in het lichaam hun werking kunnen uitoefenen. Er zijn dan ook opvallende behandelingsresultaten mee te bereiken, die vaak niet langs een andere weg gerealiseerd kunnen worden. Juist door de krachtige en brede werking kunnen zich echter ook relatief gemakkelijk ongewenste bijwerkingen voordoen. Vooral bij onoordeelkundig gebruik kan dit laatste aspect meer op de voorgrond treden. De dierenarts zal echter, afhankelijk van de patiënt en de gestelde diagnose, een afgewogen keuze maken uit de beschikbare middelen en doseringen. De kans op bijwerkingen wordt daardoor zo klein mogelijk en de kans op genezing zo groot mogelijk. Zorgvuldig opvolgen van het aanbevolen doseringsschema en zonodig tijdig overleggen over het verloop van de behandeling leveren daaraan een essentiële bijdrage.

bron: https://www.zoetis.nl
Gesloten